Naar gendergelijke schepencolleges?

6 december 2017, APACHE

Naar gendergelijke schepencolleges?

Verschillende (politieke) vrouwenbewegingen willen dat er ook in Vlaanderen verplicht evenveel vrouwen als mannen zetelen in de schepencolleges en deputaties.

De Raad van State spreekt zich binnenkort uit over een voorstel van het Brussels parlement om na de gemeenteraadsverkiezingen te streven naar evenveel vrouwen als mannen in de schepencolleges van het gewest.  In het ordonnantievoorstel zijn weliswaar, afhankelijk van het aantal inwoners, een aantal uitzonderingen voorzien;

Vrouwen in schepencolleges stijgende

In Vlaanderen is 36 % van de gemeenteraadsleden vrouwelijk. Er is dan wel een evenredige vertegenwoordiging tussen man en vrouw op de kieslijsten, toch raken vrouwen minder makkelijk verkozen en betrekken ze minder uitvoerende mandaten. Het aantal vrouwen in de Vlaamse schepencollege is wel stijgende van 27 % in 2006 naar 34,5 % in 2012. En dat is het gevolg van een verplichting om in de top drie te alterneren tussen man en vrouw, zegt Liesbeth Maris van Vrouw & Maatschappij – CD&V politica.

Studente journalistiek Ellen Van Laere (Arteveldehogeschool) berekende onlangs dat in de dertien Vlaamse centrumsteden bijna twee derde van de schepenen een man is. Enkel in Aalst zetelen meer vrouwen dan mannen in het schepencollege. Turnhout is met amper één vrouwelijke schepen de slechtste leerling van de genderklas. En op vlak van burgemeesters doen vrouwen het in de centrumsteden nog slechter: de Hasseltse burgemeester Nadja Vananroye (CD&V) is momenteel als enige vrouw aan de macht.

Over heel Vlaanderen is slechts 13,69% van de burgemeesters een vrouw tegenover 41% van de OCMW-voorzitters.

“Het is essentieel dat vrouwen op een gelijke manier vertegenwoordigd zijn in de politiek”, zegt nationaal voorzitter Liesbeth Maris in een pleidooi voor quota in Vlaamse schepencolleges. “We hebben tegenwoordig de mond vol van het democratisch deficit. Wel, vrouwen maken meer dan 50 procent uit van de bevolking, een gelijke vertegenwoordiging in de politiek is dan ook niet meer dan logisch. Maar we zien de quota als een middel, niet als doel op zich.”

Maris pleit er tegelijk voor, net als CD&V sinds kort, om bij de lijstvorming af te wisselen tussen mannen en vrouwen (ritssysteem), zoals dat al in Brussel en Wallonië het geval is. “We stellen vast dat andere partijen dat niet pertinent op de agenda brengen en krijgen soms de vraag of dat wel nodig is. Maar we zijn overtuigd van wel, want niet alleen lokaal, maar ook op de andere bestuursniveau’s zien we dat hoe hoger de functie, hoe minder vrouwen vertegenwoordigd zijn.

Gelijke behandeling

“We zijn bewust voorstander van de rits waarbij vrouwen en mannen afwisselend op de lijst staan, dit bovenop de wettelijke verplichting binnen de eerste twee plaatsen”, verduidelijkt CD&V-woordvoerder Steffen Van Roosbroeck een interne richtlijn met het oog op 2018. “De rits is belangrijk als symbool en blijk van waardering. Maar ook meer dan dat. CD&V is altijd voorloper geweest inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen, daarom streven we terecht naar evenveel mannen als vrouwen bij onze mandatarissen.”

Ook zij-kant pleit voor pariteit in alle uitvoerende bestuursorganen. Deze week lanceert de progressieve vrouwenbeweging van sp.a overigens een campagne voor gendergelijke colleges.  “50/50 dus, of het nu gaat om een schepencollege of een deputatie”, zegt woordvoerder Julie Van Garsse. “We pleiten tegelijk ook voor een ritssysteem op de lijsten omdat we merken dat vrouwen te weinig in uitvoerende mandaten terecht komen omdat ze niet de meest gunstige plaats op de lijsten krijgen en ook minder voorkeursstemmen hebben. We roepen de partijen daarom ook op om actief op zoek te gaan naar een vrouw aan het hoofd van de lijst. Tijdens de campagne moeten de middelen gelijkwaardig ingezet worden voor de vrouwen en de mannen op de lijst.”

Die zienswijze wordt ook gedeeld door andere vrouwenbewegingen, waaronder Femma. 

Maar de vrouwenbewegingen moeten uiteraard (hun) politieke partijen meekrijgen.  sp.a wil de discussie alvast verder blijven voeren. “Er zijn wellicht vele redenen te bedenken waarom het niet makkelijk is om te zorgen voor een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in schepencolleges”, zegt Joris Vandenbroucke, fractieleider voor sp.a in het Vlaams Parlement. “Maar er is geen enkele reden waarom we een blijvende ondervertegenwoordiging van vrouwen in uitvoerende bestuursorganen zouden aanvaarden. Het is voor mij de logica zelve dat mannen en vrouwen evenredig vertegenwoordigd zijn in de politiek.” 

Decreet te minimalistisch 

Het huidige decreet lokaal bestuur, dat de regeling behoudt dat elk geslacht vertegenwoordigd moet zijn in de colleges, vindt Groen te minimalistisch. “We pleiten ervoor dat maximaal 2/3 van de leden van het college van burgemeester en schepenen van hetzelfde geslacht mogen zijn”, zegt woordvoerder Jonas Dutordoir.

(update) In de commissie Binnenlands Bestuur van het Vlaams Parlement werd op 5 december een voorstel van Groen weggestemd rond gendergelijke colleges. Als amendement op het nieuw decreet lokaal bestuur (dat het gemeente- en OCMW-decreet en dat op de intergemeentelijke samenwerking in elkaar schuift) wilde Groen daarnaast ook een decumul voor de combinatie burgemeester/schepen en parlementslid. De partij stelde ook tevergeefs voor om uitvoerende mandatarissen niet langer de gemeenteraad te laten voorzitten.

Bij dat laatste voorstel kreeg Groen steun van sp.a, bij de eerste twee voorstellen onthielden de socialisten zich. “Ik begrijp niet dat er bij zo’n hervorming geen gebruik gemaakt wordt om een signaal voor nieuwe politieke cultuur te geven”, reageert Vlaams parlementslid Ingrid Pira (Groen).

N-VA wijst erop geen voorstander te zijn van genderquota, ook niet in de schepencolleges, zegt adjunct-woordvoerder Bram Bombeek. Overigens in de discussie over het ritssysteem, legde Vlaams minister van Binnenlands Bestuur en Gelijke Kansen Liesbeth Homans eerder al uit waarom de partij geen voorstander is. “Mensen moeten beoordeeld worden op basis van hun kwaliteiten en dossierkennis”, klonk het in essentie.

Open Vld deelde haar standpunt nog niet.